Voorlopig even het laatste boek van Fosse dat ik lees. De voortdurende stroom van woorden en gedachten en herhalingen moet je eigenlijk lezen in een bepaald ritme, zoals wanneer je poëzie leest. Dit boek is 200 pagina's groot en dan is het een hele toer om het ritme vol te houden. Ik vergelijk het met de bergwandelaars in Noorwegen. De Noren hippen van steen naar steen in een vast ritme en zijn daardoor drie keer eerder boven dan ik.
Ook dit boek is bijzonder omdat heden en verleden en personen door elkaar heen lopen. De hoofdpersoon is Asle, schilder, weduwnaar, geheelonthouder, die in een huis buiten de stad woont. Hij produceert veel schilderijen die hij verkoopt bij Galerie Beyer in Bjørkvin (Bergen). Daarnaast is er een tweede Asle die erg op de hoofdpersoon lijkt: ook een staartje in het haar, ook een zwarte jas, ook een leren schoudertas, ook schilder, maar alleen, alcoholist, zwak, die in de stad woont. Je merkt wel dat deze Asle de persoon is die onze hoofdpersoon had kunnen zijn. De reden dat het anders gelopen is, is waarschijnlijk dat de hoofdpersoon zijn geliefde en echtgenoot Ales heeft gehad. Zij hield niet van drank. Daarnaast is er nog de vriend/buurman Åsleik, die een beetje wordt voorgesteld als een wat onintelligente man. Toch heeft Åsleik wel verstand van de schilderijen die Asle produceert en toch zorgt Asle voor Åsleik met het toestoppen van boodschappen en houdt Åsleik de straat sneeuwvrij voor Asle 1.
Ook in dit verhaal verdrinkt er weer iemand, een schoolgenootje van Ales en zijn zus. Er zijn veel flashbacks doordat de gedachten aan vroeger worden beschreven. Het verhaal zelf speelt maar in een paar dagen. Asle is naar Bjørgvin gegaan om materialen te halen voor zijn schilderijen. Onderweg rijdt hij langs Asle 2 en daarna realiseert hij zich hoe deplorabel die Asle er aan toe is en dat hij eigenlijk bij hem had moeten langsgaan. Uiteindelijk doet hij dat ook, maar in Bjørkvin is er dan een sneeuwjacht gaande. Hij vindt de andere Asle die in de sneeuw gecollabeerd is. De tweede Asle komt in een ziekenhuis terecht met hulp van de hoofdpersoon. De rest is eigenlijk de gedachtenstromen van de beide Asles. Die gaan o.a. over God, drank, Ales, het fijne huis waarin de hoofdpersoon woont, over vroeger. En de gesprekken worden uitvoerig beschreven en herhaald. Die gedachten zijn het interessante aan dit boek.
Niet helemaal toevallig was ik tijdens het lezen van het boek in Bergen en daar zocht ik Smalgangen op, de steeg waarin de ene Asle de andere aantrof. Verder vond ik er een enorme gevelreclame van Beyer, helaas geen galerie maar een kantoorboekhandel. Ik vind dat leuk omdat ik dan denk: hier heeft Fosse natuurlijk ook gelopen.
Het boek is onderdeel van een reeks, een septologie. Dit boek is daarvan deel I en II.


